vrijdag 16 oktober 2015

de romantiek van de inkoop


Door: Ruud

Eerlijk is eerlijk, inkoop is het leukste wat er is. Het heeft iets weg van schatzoeken…
Nu de buitenmarkten ten einde lopen, wil ik jullie een kijkje geven in deze romantische aangelegenheid…

Veel mensen hebben er het volgende beeld van: Dames, flanerend in een zomerjurk, in een heerlijk zonnetje, lopend langs kramen vol met de mooiste spullen, ze hoeven maar uit te zoeken. Een centje betalen ze mogen het meenemen…

De realiteit is anders:
Opstaan voor dag en dauw, 3 uur in de nacht is geen uitzondering, je koopt dus in het donker (dat is met een zaklamp), waardoor bij daglicht blijkt dat het roze emaille toch knalgeel is… Serieus, je ziet het niet…
Dan heb je inmiddels toch al minimaal 1 à 2 uur gereden..
Zoeken, zoeken, zoeken. Vaak is de markt al niet eens te vinden op de aangegeven straat, ze kan zonder opgave van redenen, zonder aankondiging, geannuleerd zijn.
Dan ploeter je je door een berg kleding en kinderspeelgoed heen. Waarbij je op je hoede moet zijn, anders word je omgereden door af en aan rijdende auto’s.
Dan vind je iets, je hart slaat een slag over. Je vraagt de prijs…. En legt het terug omdat het vele malen de prijs is die je er in de winkel voor kunt vragen. Daar kom je met pingelen niet uit en in een andere taal duidelijk maken dat je het voor een kwart van deze prijs wil verkopen is naast lastig, iets wat op onbegrip duidt van de verkoper.
De verkoper op zich is ook een item: Ze kunnen geweldig leuk, aardig, behulpzaam en charmant zijn. Maar de meeste zijn onverzorgd, hebben een zwart of afwezig gebit… en doen alsof ze geen idee hebben waar je het over hebt. Mijn tip is: gepast betalen, want als iets 8 euro kost, en je een tientje geeft, krijg je een euro terug, en als je iets van zegt, kijken ze je aan alsof je dom bent, of ze lopen weg…
Overigens, de verkoper kan ook niet al te fris ruiken, dat geldt ook voor de medemarktbezoekers.
Die laatste categorie zijn er in overvloed. Soms op fietsjes om snel van de ene plek naar de andere te rijden, soms met het nodige duw en trekwerk op hetzelfde artikel uit.
De markten zijn vaak kilometers lang, de auto staat heel veel verderop… Als je wat gevonden hebt, kun je het weg laten zetten, om op de terugweg op te halen. De kans bestaat dat je het vergeet (echt waar) en anders wordt het slepen. Daarvoor hebben we de nodige tassen en karretjes uitgeprobeerd. We hebben een talrijke variatie bij ons, omdat elke markt anders is en een ander transportmiddel vergt, dat is onze methode.

Ik hoor jullie denken: Nou Ruud, dat is allemaal geen lolletje. Je lijkt wel gek.
Klopt allebei, maar toch doe ik niets liever.
Want we komen op de prachtigste plekken in het buitenland. De zonsopkomst op menige markt is adembenemend. Er zijn markten op weggetjes waar een wei achter de kraam ligt, waar de koeien kunnen snuffelen in de koopwaar. Fantastisch!

De lokale mensen zijn meestal uiterst behulpzaam. Lachende oma’s met 1 tand, blij met het geld wat je ze geeft voor hun spulletjes. Blij dat ze opgeruimd hebben en weer wat kwijt zijn.
We komen in de prachtigste huizen. Meestal is er iemand overleden en moet het huis leeg. Ze merken dat we veel/vanalles kopen, en mogen dan ook nog even binnen kijken, op zolder, in de schuur. Soms zijn het schatkamers (soms ook niet).
Het is geweldig om leuke spullen te kunnen vinden, dat je weet dat je je winkel kunt vullen met de mooiste artikelen, allemaal met een ziel verkregen door de tand des tijds.
Compleet afgepeigerd huiswaarts na een dag van vele uren… met een bus vol moois, dat is tevredenheid, dat is geluk, dat is genieten…




vrijdag 14 augustus 2015

Mainzelmännchen

= Mainzelmännchen = 

jeugdsentiment




Mainzelmännchen of kortweg Mainzels... Wie kent ze niet?
Voor velen puur jeugdsentiment, vandaar ook dat ze enorm verzameld worden.
Maar wie of wat zijn de Mainzels nu eigenlijk?

Sinds 1963 tot op de dag van vandaag zijn deze leuke kleine mannetjes te zien op de Duitse tv in reclamespotjes. Een uitzending duurt dan tegenwoordig ook niet langer dan 3 seconden.
In Duitsland groeit inmiddels de derde generatie op met de Mainzels, vandaar hun populariteit. 
Ook hier in het grensgebied (Limburg) blijken ze veel herinneringen op te roepen. 
Veel klanten weten nog dat ze als kind enkel, of hoofdzakelijk, de Duitse tv keken 
en de Mainzels waren voor kinderen het hoogtepunt van de avond


De Mainzels bestaan uit 6 karakters:
Det, Berti, Conni, Anton, Edi en Fritzchen. 

Allemaal hebben ook echt karaktereigenschappen. Fritzchen is het rustigst, Edi een 'ondeugd' en Det is de vaderfiguur. 

Hun naam is een woordspeling, een verhaspeling van die Heinzelmännchen (Eeuwenoude legende uit Keulen over kabouters die 's nachts het werk deden, maar werden ze gezien dan kwamen ze je nooit meer helpen....) en Mainz, de stad waar ZDF gevestigd was, Mainzelmännchen dus.

Ze zijn bedacht door Wolf Gerlach, die na zijn overlijden een mooi monument kreeg:


Tussen 1963 en 1969 waren de Mainzels grijskleurig. Logisch want de kleurentv had toen nog niet zijn intrede gedaan. 

Na 1969 werden ze in kleur uitgegeven:

na en voor....

Natuurlijk zijn er ook speciale uitgaven. 
Onderstaand groepje komt uit 1975 gemaakt 
in de Goebel fabriek (jawel van het porselein) waar alle 
Mainzels vandaan komen overigens.



Det als detective, hij mist alleen zijn pijp. Die zat los en raakte snel kwijt.
Het blijft immers speelgoed....


 We zijn zelf helemaal weg van deze vintagepoppetjes. Overal in de winkel staan ze enthousiast de klanten te begroeten. Maar de echte bijzondere hebben een speciaal plaatsje in de woonkamer :)



Das Ende - Schluss - Fertig

vrijdag 10 juli 2015

Doopdoosje

= Doopdoosje =
Letterlijk en figuurlijk erg zoet


  

Soms kom ik iets tegen in onze winkel en dan vraag ik me af, van wie zou dit toch geweest zijn of waar komt het vandaan. Zeker bij dit klein fragiel doopdoosje vroeg ik mij dit af. 
 Ik heb me verdiept in doopdoosjes en het gebruik hierachter:

Een gebruik dat in Nederland nagenoeg is verdwenen is het geven van doopsuiker. 
Tegenwoordig krijg je bij de geboorte van een nieuwe telg beschuit met muisjes maar vroeger, en in België is dit nog steeds, kreeg men doopsuiker ofwel suikerbonen.
Van origine waren dit amandelbonen omhult met suiker, later werd de amandel ook wel vervangen door chocola. 

Oorspronkelijk waren de 'bonen' wit, maar al snel ook blauw of roze. Roze voor de jongetjes en blauw voor de meisjes. Dat klinkt heel vreemd, maar het is waar. Het blauw refereerde aan de reinheid, Maria draagt immers ook een blauwe mantel. 

Het kartonnen doosje dat ik vond is een oudje, uit 1930. In die tijd kregen enkel de volwassenen een doosje mee, kinderen kregen een papieren zakje. Het leuke aan dit doosje is de zoete afbeelding op de voorkant. Drie engeltjes die op de wolken zweven en slaapliedjes maken rondom een moeder die haar kindje in slaap wiegt.

Bijzonder is dat op de achterkant meer informatie staat geschreven over de dopeling. Dat dit doosje bewaard is gebleven is dus geen toeval, men vond het een mooi aandenken. 
Vrij vertaald staat er '6 november 1930 Nelly Bernard Aandenken aan de aangifte Antoine Bernard Audresselles gedoopt 8 november 1930'
Zoals ik het interpreteer is de dopeling Antoine Bernard en Nelly Bernard is wellicht een tante (meter?) Het was namelijk gebruikelijk dat de meter de suikerbonen betaalde, vandaar ook dat we deze tante vaak de 'suikertante' noemen. 
Overigens is het niet vreemd dat het kindje zo snel naar de geboorte werd gedoopt. Als het even kon werden kinderen zelfs op de dag van de geboorte nog gedoopt. Hoe eerder een kindje onder de bescherming van god kwam hoe beter, de kindersterfte was immers hoog in vroeger tijden...

Audresselles is een heel klein plaatsje in Frankrijk aan de kust. destijds woonden er enkele honderden mensen, een klein vissersdorpje maar met een prachtig kerkje waar deze Antoine Bernard in 1930 gedoopt werd....








dinsdag 16 juni 2015

Het verhaal achter een roze kan

= Het niet-zo-roze-verhaal achter een roze kan = 


Met inkopen komen we op de mooiste plekjes...zo waren we laatst in een klein gehuchtje bovenop een berg. We parkeerden de bus in een wei en keken zo het dal in. De ochtendzon kwam voorzichtig te voorschijn en het grauwe dal kleurde geel en groen. De mistbanken hingen nog rondom de bosjes en hagen. Kijk, dat zijn van die momenten dat je jezelf even nét iets gelukkiger waant.

Maar helaas het kan niet altijd zo mooi zijn. Zo waren we laatst op een winderig parkeerterrein, omgeven met een grote betonnen muur een kantinegebouw en fabriek. Tsja...mooi is anders, maar vooruit we waren hier om in te kopen. Dus vol goede moed stapten wij richting de eerste kraampjes. We waren vroeg, enkele verkopers waren aanwezig maar het gros moest nog verschijnen. Al snel zagen we dat deze markt niet veel ging brengen voor ons. Veel kleren en een erg hoog 'Xenos-gehalte'. Dat was balen....daar sta je dan zo vroeg voor op.

Totdat er meer verkopers kwamen en we her en der toch iets leuks aantroffen. En opeens, Ruud zag het van ver, een wel heel bijzondere roze kan.

Deze kan had 'iets'. Was ie mooi of lelijk? Door haar sierlijke vorm en roze kleur is de kan erg vrouwelijk, van de andere kant, de grijzige afbeeldingen van 2 'ruige' mannen in uniform zorgden voor een stoere touch. De onderkant maakte de kan nog mooier. De kan was Maastrichts!
En als verzamelaar van Maastrichts aardewerk maakt je hart dan toch even een sprongetje.


De kan kon natuurlijk niet blijven staan, want ik moest en zou weten wie die mannen waren. 
Vroeger werd vaak het koningshuis afgebeeld, maar dit leken mij geen lieden van het Nederlandse koningshuis.... Wie waren dit dan wel?

Gelukkig bestaat er dan zoiets als Facebook. Binnen 'no-time' wisten we het antwoord. 
De ene zijde was Paul Krüger, president van de Zuid-Afrikaansche Republiek (ofwel Transvaal). 
De andere zijde was Piet Joubert, vice-president van Transvaal. Hij was eveneens generaal van de 'boere' tijdens de twee boerenoorlogen. 

In 1877 werd Zuid-Afrikaansche Republiek geannexeerd door Engeland. Ai, daar waren de inwoners, veelal vrijgevochten en van Nederlandse komaf, niet blij mee. Krüger ging hoogstpersoonlijk naar Engeland om te onderhandelen. Zonder resultaat. 



Het gevolg was de eerste Boerenoorlog (1880-1881) Deze twee mannen stonden aan het hoofd van het verzet tegen de Engelsen. De eerste oorlog werd door de 'boeren' gewonnen, 
Toen in laten jaren goud werd gevonden in Zuid-Afrika, leidde dit ertoe dat er weer meer aandacht was voor Zuid-Afrika. Weer ontketenden de Engelsen een oorlog, de tweede boerenoorlog. 
(1899-1902) Deze oorlog was zwaarder. De Boeren vochten met ca. 83.000 man tegen een Brits overmacht van 450.000 à 500.000 getrainde soldaten. 
Dat de boeren kansloos waren moge duidelijk zijn. 

Hoewel deze oorlog zich meer dan 100 jaar geleden afspeelde is de verontwaardiging onder de (blanke) bevolking in Zuid-Afrika en Namibië nog steeds groot. 
De Engelsen hadden namelijk in deze oorlog iets nieuws 'uitgevonden': Concentratiekampen.
Mannen, vrouwen, kinderen, personeel, etc. Iedereen met 'boerenbanden' werd vastgezet.
ongeveer 50.000 (!) mensen stierven van de honger en ziekte. 

Een concentratiekamp

Krüger vertrok in 1900 naar Europa, om medestanders te zoeken. Hij werd in Den Haag met veel applaus ontvangen. Helaas was zijn tocht langs verschillende staatshoofden vruchteloos. Hij vond nergens steun. Uit liefde voor zijn vaderland liet hij zijn ernstig zieke vrouw achter in Zuid-Afrika. Zij overleed toen Krüger was vertrokken. Krüger zelf werd in Europa eveneens ziek en vastigde zich op verschillende plekken met 'gezonde lucht', o.a. in Hilversum. Of hij zich in Europa thuis voelde is maar de vraag. Hij liet zijn geliefde geboorteland in de steek net nu ze hem nodig hadden. Hij was nors en altijd slordig gekleed. Hij had veel ontzag voor de Afrikaanse natuur en die vond hij niet in het gecultiveerde Nederland. Het huidige Krügerpark is ooit door hem gesticht als eerste reservaat werd niet gejaagd mocht worden. Ontredderd, overleed hij enkele jaren later in Zwitserland. Een treurig einde voor een groot leider. 

Overigens werden de boeren die doorvochten ná het vertrek van Krüger "bittereinders" genoemd. 
De naam spreekt voor zich, vechten tot het bittere einde....




groepsfoto van Boeren tijdens de 2e oorlog

De andere heer, Piet Joubert, was in eerste instantie opperbevelhebber / generaal van de Boeren. Echter, zijn fysieke gesteldheid en een te groot apathisch vermogen deed hem besluiten te stoppen. hij overleed 2 dagen na zijn aftreden in 1900 aan buikvliesontsteking. Hij was slim en sluw. Een goede organisator, maar de wreedheden van de oorlog kon hij emotioneel niet dragen. Hij was erg defensief en ging weinig over tot de aanval. Een groot generaal was hij niet, maar hij werd geroemd vanwege zijn inlevingsvermogen en organisatorisch talent.


Uiteindelijk verloren de Boeren de strijd tegen de Engelsen en werd de kaapkolonie Engels. het grootste deel van de boeren was echter al gevlucht of verbannen en op die manier verspreid door zuidelijk Afrika. Pas veel later, rond 1920 kwam men voorzichtig weer terug ''huistoe".

Tot slot, de hoofdrolspelers waren de Britten tegen de Boeren. Maar het grondgebied was Zuid-Afrika en daar woonden natuurlijk ook inheemse bevolking. Lange tijd zijn zij, zeer onterecht, vergeten. Ongeveer 20.000 van hen kwamen te overlijden in concentratiekampen, bijvoorbeeld omdat ze in dienst waren op boerenbedrijven die in handen waren van Nederlandse kolonisten. Zij waren de dupe van een oorlog waar ze niet voor gekozen hadden....

Het is duidelijk dat de kan werd gemaakt ter nagedachtenis aan de twee heren en aan de oorlog. Maar wij moeten ons beseffen dat deze kan ook een politiek statement was. de Britten waren immers de winnaar van de oorlog en in Nederland werden de verliezers letterlijk op deze kan gelauwerd.
Benieuwd wat daar de reactie op was...




vrijdag 1 mei 2015

Oude kasboekjes


= Agenda de Comptoir =

de financiën van een huishouden rond 1900


Pamfletten, boeken, tekeningen, ik heb er iets mee. De geur van het papier en de kleur van het papier dat in de loop der jaren is verkleurd. Soms verteld een bibberig of juist sierlijk handschrift een verhaal an sich, maar vaak is het ook de inhoud die mij raakt. 

Beiden geldt voor dit vijftal kasboekjes uit het eind van de 19e eeuw / begin 1900. 
Op het eerste oog leuke boekjes waarin iemand heel nauwkeurig de uitgaven bijhield in een prachtig handschrift. Maar spittend door de boekjes, ontrafelt zich de geschiedenis van een voorname Belgische familie rond 1900, de familie Stroobants. 

Mijn interesse werd gewekt door de mededeling op 19 februari 1903, Clara is geboren om 5 uur in de nacht. In schoonschrift stond dit op papier. Niet vlug geschreven zoals de kosten voor het brood, vlees en kaas. Nee, de precisie waarmee dit is genoteerd (zie foto) raakte mij. Dit was duidelijk een belangrijke gebeurtenis in het leven van deze persoon. Dat blijkt ook wel uit het vermelden van details zoals het tijdstip van geboorte.



Maar wie was deze persoon? Was de schrijver de vader of moeder van deze Clara? Zouden er nog meer kinderen zijn? Wat voor gezin was het? Een achternaam kon ik niet ontdekken behalve de fraaie handtekening op de voorkant:


Het boekje behoorde blijkbaar toe aan een S. of L. Stroobants. Even leek het spoor dood te lopen maar toen bedacht ik me dat er vaak eenzelfde plaatsnaam voorkwam in de boekjes; Jauche. 

Mijn nieuwsgierigheid zette mij ertoe aan om in de Burgerlijke Stand van Jauche opzoek te gaan naar de geboorteakte van deze Clara. De geboortedatum wist ik immers al, maar de geboorteplaats was een gok. En jawel, ik vond haar terug. Clara Léonie Marie Catherine Goreux was inderdaad geboren in Jauche. Volgens de akte heette haar moeder Marie Félice Joseph Stroobants
Dit vond ik opmerkelijk. Op het boekje stond weliswaar ook Stroobants maar in die tijd was de maatschappij nog niet zo geëmancipeerd dat getrouwde vrouwen hun eigen naam aanhielden en toch stond er Stroobants en niet Goreux op de voorkant van het boekje. Dit deed me vermoeden dat het boekje niet van de moeder was maar van een mannelijk of ongetrouwd vrouwelijk familielid. De trouwakte van de ouders van Clara bracht uitkomst. In 1898 trouwde dit echtpaar en bij het huwelijk waren ook de ouders van de bruid aanwezig én plaatste ook hun handtekening onder de akte. De cirkel was nu rond. De handtekening van de vader van de bruid, Charles Louis Prosper Stroobants, was identiek aan de handtekening op de boekjes. L. Stroobants was dus de grootvader van Clara, en Clara was genoemd naar haar grootmoeder Clara Joseph Verlaine. Uit verder onderzoek bleek dat de schrijver geboren was in 1835 en na 1910 moet zijn gestorven. Hij had een wijnhandel in Jauche. 

Uit alle uitgaven is te herleiden dat het om een familie gaat uit een hogere klasse. Toen de eigenaar van het boekje op een zekere dag ziek naar huis is gegaan is wekenlang veel geld uitgegeven aan doktersbezoek en de apotheek. Op een gegeven moment is er zelfs een verpleegster in huis gehaald voor de persoonlijke verzorging van de zieke! Heel attent, werd bij het afscheid van de zuster na ongeveer een maand, een bloemetje gehaald, een taxi geregeld en een treinkaartje betaald. 

Verder speurend zag ik dat geregeld geld werd geschonken aan de "pauvres" (armen) of 'aan de missie'. Op Sinterklaasavond werd zelfs nog een klein bedrag geschonken aan een arme vrouw. Zelf kochten ze die dag snoep en suikergoed en kleine cadeautjes. 

Het lijkt erop dat deze familie Stroobants het hart op de goede plaats had zitten. Hoe een kasboek een, wellicht, vergeten familie weer tot leven kan wekken...